Op de 17° van de heilige maand Ramadan 1344/1926 werd in de stad Meerut in Uttar Pradesh, India een jongen geboren die de naam Ahmad Noorani kreeg. De trotse vader was niemand minder dan de groot geleerde en missionaris van de Islam Moeballigh-e-Azam Hazrat Maulana Shah Mohammad Abdul Aleem Siddiqui, Rahmatoellahi Alaih. Het Siddiqui geslacht gaat rechtstreeks terug tot de eerste Galiefah Hazrat Aboe Bakr As-Siddieq Radhi Allaahoe Anhu.
Deze zoon, Ahmad Noorani, was al op de prille leeftijd van 8 jaar Hafiz- oel-Qoer aan. Hij kende het Heilige Boek van kaft tot kaft uit het hoofd. Zijn verdere studie leidden hem naar het National Arabic College Meerut, de Allahabad University en de Darul-Uloom Arabia Meerut. Hij behaalde de graden Fazil-e-Arabi en Darsi Nizami en bekwaamde zich in wel 12 talen waaronder Arabisch, Engels, Frans, Maleis en Perzisch.
Hazret saheb kreeg de eretitel Qaid-e-Ahle Soennat (leider van de Mensen van de Soennat) van alle Oelama (schriftgeleerden) van de Ahle Soennat wa Djama'at.
Op de 16e van Shawwaal 1424 A.H.(11 december 2003) heeft hij zijn geliefden van deze tijdelijke wereld verlaten om voor eeuwig in de Nabijheid te zijn van degenen die hij het meest lief had, ALLAH
In politieke termen kan Maulana Noorani een democraat genoemd worden. In een interview over Saudi Arabië zegt hij in het tijdschrift Al Bayan, Mauritius: "Islam is against monarchs and Islam is against dictators. There are two verses in the Holy Qur'an where it is mentioned how to rule the country, and that is the democratic way, government with consultation. Well, if you could bring democracy in the heart of Islam, this will be the Golden Age for Muslims."
Terwijl zijn vader, Moeballigh-e-Azam Hazrat Maulana Shah Mohammad Abdul Aleem Siddiqui, zich profileerde als voorvechter van de stichting van de staat Pakistan, organiseerde de jonge Maulana Noorani honderden massa bijeenkomsten van Moslimjongeren en richtte de Muslim Youths National Guard Forces op om Moslims te beschermen tegen het geweld van de hindoes. Na het uitroepen van de onafhankelijke staat voor Moslims in het Indiase subcontinent verliet de familie van de Maulana India om zich in 1949 te vestigen in Karachi, Pakistan.
Maulana Noorani was ook prominent aanwezig in de politieke partij de Muslim League, maar toen tegen de Qadiani/Ahmedieyyah/Mirzai infiltratie geen actie ondernomen werd, verliet hij die partij en richtte de Soennitische politieke partij op: de Jamiat Ulema-e-Pakistan (JUP). Vanaf de oprichting tot zijn laatste ademtocht is hij de onbetwiste leider van de JUP geweest. Hij noemde zijn politieke ideologie NIZAM-E- MOESTAFA, naar het voorbeeld van zijn geliefde Profeet Mohammad Moestafa Sallallaahoe alaihi wa Sallam.
Als democraat was de Maulana tegen elke militaire didactuur en voerde felle oppositie tegen de militaire regiems van Ajub Khan, Yahja Khan, Zia-ul Haq en recentelijk Pervez Musharraf. Hij zette alles op alles in om een sterke eenheid te bewerkstelligen in Pakistan en voerde felle debatten met Yahya Khan tegen zijn politiek in Oost Pakistan. Yahya Khan kon geen weerstand bieden tegen de argumenten van de Maulana en plaatste hem onder huisarrest. Yahya's onzalige politiek heeft ertoe geleid dat Oost Pakistan zich afscheidde tot Bangladesh, waarvoor de Maulana hem zo had gewaarschuwd.
Enkele hoogtepunten in zijn politieke loopbaan zijn:
Maulana Shah Ahmad Noorani heeft van zijn grootvader Hazrat Maulana Shah Abdul Hakeem Siddiqui Rahmatoellahi Alaih en van zijn vader Hazrat Maulana Shah Mohammad Abdul Aleem Siddiqui Rahmatoellahi Alaih de spirituele leiderschap ontvangen van de Qadiriyyah, Naqshbandiyyah en de Chistiyyah Soefi-ordes.
Van zijn vader kreeg hij ook de Khilafat van Ala Hazrat Ahmad Reza Khan Rahmatoellahi Alaih
Het besef dat Islam de universele Godsdienst is en dat de mensen in alle uithoeken van de wereld kennis genomen moeten hebben van de Qoer'aan en de Heilige Profeet Mohammad Sallallaahoe Aalihi Wa Sallam, bracht Qaide Ahle Soennat ertoe om te treden in de voetsporen van zijn vader en ging hij de wereld rond om de boodschap van de Islam te brengen. Hij koos die gebieden uit waar de Moslims of de oorspronkelijke bevolking onderdrukt werden of geïsoleerd geraakt waren door de koloniale politiek van de Westerse mogendheden. De afvallige Qadiani/Ahmediyya/Mirzais werden krachtig gesteund door de koloniale overheesers om de Islamitische geloofsovertuiging uit te hollen en te ondermijnen. De Qadianis en consorten leerden de Moslims om de koloniale overheersers te gehoorzamen, men moest ze dienstbaar zijn en er mocht geen strijd tegen ze gevoerd worden. Echter, ze hadden niet gerekend op die Soennie Geleerde, die Qaide Ahle Soennat, die hun verraderlijke en bedriegelijke beweging zou ontmantelen.
De debatten van Maulana Shah Ahmad Noorani met Qadiani/ Ahmadiyya en Mirzais brachten weer het licht in vele huizen van misleidde mensen die terugkeerden in Islam. Op den duur durfde geen enkele Qadiani/Ahmadiyya/Mirzai nog in discussie te gaan met de Maulana. Duizenden bekeerden zich tot de Islam en zijn hem dankbaar. Overal waar hij kwam leefde de Islam op en hoorde men naast de recitatie van de Qoer'aan, lofliederen en Salaat-oe-Salaam voor de Heilige Profeet Sallallaahoe Alaihi Wa Sallam. De Moslims kregen hun waardigheid, zelfrespect en trots weer. Ze durfden nu ook de Wahhabieten te bestrijden en op te komen voor hun Soennie overtuiging en die richting te geven.
In de harten van Moslims in alle uithoeken van de aarde zal Maulana Shah Ahmad Noorani blijven voortleven als hun geliefde Maulana.