Maulana Shah Muhammad Abdul Aleem Siddiqui Merthi

Rahmatoellahi 'alayh (moge de Genade van Allah met hem zijn)

'De rondreizende Ambassadeur van de Islam'


Moeballiegh-e-Islam Hazrat Maulana Shah Abdul Aleem Siddiqui (de Tevredenheid van Allah met hem)

De beroemde Islam prediker van de twintigste eeuw. Hij bracht de Boodschap van de Islam in ongeveer veertig jaar naar alle uithoeken van de wereld. Miljoenen werden Moeslim door zijn charisma, welbespraaktheid en zijn tedere liefde.

De Groot Schriftgeleerde in de Islam: Moeballiegh-e-Azam Hazrat Maulana Shah Muhammad Abdul Aleem Siddiqui Al Qadrie Al Madanie

Moeballiegh-e-Azam Hazrat Maulana Muhammad Abdul Aleem Siddiqui (Zegeningen van Allah zij met hem) is een schitterende ster in de familie van de eerste Galiefah van de Islam, de eerbiedwaardige Hazrat Aboe Bakr Sieddieq (de Tevredenheid van Allah zij met hem). Dit voorname geslacht dwingt respect af voor zijn inzet, geloof, vroomheid, zuiverheid, oprechtheid, intelligentie en wijsheid. De nakomelingen van de Eerste Galiefah zijn begiftigd om als geleerden en leermeesters van Tasawwoef het zegenrijke pad op te gaan: om de Islam te verkondigen en de mensheid te dienen. Hun verdiensten liggen in het feit dat ze harmonie weten te vinden tussen Sharie'at en Tarieqat. Hun grote spirituele toewijding en hun inzet om Tasawwoef te propageren maken hen tot de grootste Soefies van hun tijd. Duizenden verzamelden zich rondom deze leermeesters om leiding en spirituele adviezen te ontvangen. Zijn afkomst uit zo een Godzalige familie plaveide voor Hazrat Maulana Shah Muhammad Abdul Aleem Siddiqui Rahmatoellaahi Alaih het pad voor zijn spirituele reis naar Allah. De zeer eerwaarde Maulana heeft de harten van duizenden over de gehele wereld veroverd en hun leven op hoger peil gebracht.


Geboorte en Jeugd

In het jaar 1310 van de heilige maand Ramadaan (3 april 1892) werd de eerwaarde Maulana geboren in Meerut (U.P. India). Korte tijd na zijn geboorte verliet een groot geleerde van de Islam deze wereld: de eerbiedwaardige Maulana Sajjad Jamaluddin Al Afghani (Zegeningen van Allah zij met hem), een rechtstreekse afstammeling van de Heilige Profeet Mohammad (Vrede en Zegeningen van Allah zijmet hem). Het was alsof de opvolger nu gekomen was.

De jonge Abdul Aleem groeide op in een godvruchtige omgeving; zijn ouders zorgden met veel toewijding voor gezonde spirituele en emotionele ontwikkeling. Zijn moeder was zeer vroom en zorgzaam en zijn vader was de vermaarde en beminnelijke geleerde, Hazrat Maulana Abdul Hakeem Siddiqui Al-Qadrie (Zegeningen van Allah zij met hem).


Al vroeg in zijn jeugd ontving de latere Maulana de kennis van en ontwikkelde hij strenge spirituele discipline in de Qadriyyah Soefie Orde onder leiding van zijn vader. Toen de eerwaarde Maulana twaalf jaar oud was overleed zijn liefhebbende vader, zijn leermeester.

Onderwijs

De nog jonge eerwaarde Maulana Abdul Aleem was bijzonder intelligent, al op de leeftijd van acht jaar was hij Hafizul-Qoeraan: op briljante wijze had hij het memoriseren van de Heilige Qoer'aan op de Madrasa Islamia Arabia te Meerut afgerond. Hij bestudeerde de taal- en letterkunde van het Urdu, Perzisch en Arabisch onder de gezegende begeleiding van zijn vader. De eerwaarde Maulana een uitstekende ontwikkelde welsprekendheid: op negenjarige leeftijd hield hij zijn eerste toespraak in de Djame Masdjied van Meerut. Het publiek was negentig minuten lang gebiologeerd door de woordkunst van deze jonge man.

Het grote verlies van zijn inspirator en vader toen hij twaalf jaar oud was bracht hem veel verdriet. Door de opvoeding en afkomst van de Siddiqui was sabr en vertrouwen in Allah Soebhaanahoe wa Taála en de Heilige Profeet Sallallaahoe alaihi wa Sallam een anker in het leven en nam hij zich voor om te helpen het lot van de mensheid te verbeteren.


In 1913, toen hij zestien was, ontving hij zijn diploma Theologie waarna hij verder Rechten en andere moderne disciplines ging studeren op de Divisional College of Meerut. Zijn motivatie om de Islam te dienen bracht hem ertoe om meer kennis te zoeken. Hij meldde zich aan bij de grootste Islamitische geleerde van die tijd, de eerwaarde Imame Ahle Soennat Hazrat Maulana Shah Ahmad Raza Khan Rahmatoellaahi Alaih in Bareelwie die zijn mentor werd en die de Maulana als zijn Galiefah benoemde. De hogere kennis van de Qoer'aanvoorschriften, Hadies, Tasawwoef, en de vier Islamitische Rechtsscholen kreeg de Maulana in Mekka en Madina onder de bezielende leiding van Sheikh Ahmad As- Shams uit Marokko, Sheikh As-Sunna uit Libië en Maulana Abdoel Baqi uit Farrangi Mahal in Madina. Verder verdiepte de eerwaarde Maulana zich in de Arabische Geneeskunde onder leiding van Hakiem Qazi Inteshanuddin van Meerut. De kennis van medicijnen was onontbeerlijk in zijn streven om humanitaire hulp te bieden aan de hulpbehoevenden in vele landen.

Spiritualiteit

Moeballiegh-e-Azam Hazrat Maulana Mohammad Abdul Aleem Siddiqui zwom als het ware al in de zee van Ishq-e-Rasoel (liefde voor de Heilige Profeet) die voor hem de basis vormde van een stabiel spiritueel leven. Zijn wereldmissie begon toen zijn leermeesters hem de opdracht gaven om het Heilige Land van Makkah en Madina te bezoeken. Deze reis in 1919, een bedevaart van totale overgave met lichaam en geest, brachten zijn spiritualiteit op de grootste hoogten want op dat moment kwamen de lessen in Batien (het innerlijke) tot leven in Zahier (het uitwendige).


Het leven van de eerwaarde Maulana kreeg een andere wending vanaf het moment dat hij binnentrad in de aanwezigheid van de Heilige Profeet (Vrede en Zegeningen van Allah zij met hem). Hij ervoer een warm onthaal toen de Heilige Profeet (Vrede en Zegeningen van Allah zij met hem) zijn hart zegende; onmiddellijk kreeg hij de inspiratie en de vaste overtuiging dat hij door Allah de Almachtige en de Geliefde Profeet (Vrede en Zegeningen van Allah zij met hem) uitverkoren was om zijn gehele leven op te offeren ten dienste van de mensheid. Deze missie werd ingeboezemd in hart en ziel door de Geliefde Profeet (Vrede en Zegeningen van Allah zij met hem).


Ondanks vele tegenslagen volhardde de eerwaarde Maulana in zijn missie op bewonderenswaardige wijze. Zijn inzet was om meer innerlijke kennis te krijgen waarmee hij al in zijn jeugd was begonnen. Zijn benadering van Tasawwoef en spiritualiteit had een bijzondere dimensie in vergelijking tot zijn tijdgenoten. Het innerlijke verlangen om de Islam te prediken was zo intens, dat hij onbaatzuchtig naar de meest verre oorden afreisde om de boodschap te brengen. Hij wou de mensen kennis laten maken met de Islam en hun spirituele beleving verrijken waardoor hij ook ziele vreugde kreeg.


Dertig jaren lang reisde hij over de wereld met de Goddelijke boodschap om de waarheid in ieders hart te openbaren. De eerwaarde Maulana was niet alleen een geleerde maar een begenadigde geestelijk meester om de boodschap over te brengen. Hij bracht geestelijk licht in de harten van duizenden, zowel Moeslims als niet-Moslims. Zijn smeekgebeden gaven hoop aan velen die ongeneeslijk ziek waren. Mensen in alle delen van de wereld genoten van zijn aanwezigheid, velen beminden hem om zijn oprechtheid, anderen om het Goddelijk licht dat in zijn persoon zich manifesteerde, weer anderen hielden van hem om zijn vriendelijkheid en mededogen. Door de eerwaarde Maulana kwam nieuw leven in zowel de religieuze als sociale beleving van duizenden. In de harten van velen leeft de Maulana als een groot Soefi en Geestelijk Leider voort.


Vele prominente personen, zoals staatsleiders en leiders van andere geloofsgemeenschappen kwamen onder de indruk van de eruditie en het charisma van de eerwaarde Maulana. Een ieder die de eerwaarde Maulana ontmoette onderging in zijn hart zuiverheid en kreeg spiritualiteit, zelfs beroemde intellectuelen uit het Westen waren in de gelegenheid om deze eminentie te bewonderen, zo ook de Britse filosoof George Bernard Shaw.

Verdiensten

Hetvoornaamste doel van de eerwaarde Maulana was om de mensheid te helpen door kennis van de Islam bij te brengen. Een van zijn verdiensten is dat hij, met de ondersteuning van Moeslimleiders uit de hele wereld, de regering van Arabië kon overtuigen van de onrechtvaardigheid om Hadj- belasting te heffen. De Saoedische regering zag in welke zorgen de Maulana zich maakte om de Moeslim-gemeenschap en verlaagde de Hadj-belasting het jaar daarop.

Tijdens zijn bezoeken aan verschillende delen van de wereld, deed hij een beroep op de Moeslims en motiveerde ze om weeshuizen, opvang en geestelijk bijstand voor behoeftigen, en ziekenhuizen te realiseren, bibliotheken en moskeeën te bouwen en organisatie verbanden op te richten van de Islamitische geleerden en de jongeren te organiseren voor fysieke en morele discipline.

Boeken van de Maulana

De eerwaarde Maulana motiveerde het uitgeven van tijdschriften en literatuur: Muslim Digest en Ramadan Annual in Zuid Afrika, The Real Islamin Singapore, The Prophet's Birthday Annual in Mauritius.


Zelf heeft hij zijn missie in diverse artikelen en boeken vastgelegd:

History of The Codification of Islamic Law, Cultivation Of Science By Muslims, Bahare Shabab For Youth, A Short Catechism Of Islam, Meeting Between A Shavian And A Theologian, The Universal Teacher, The Universal Religion, The Islamic Ideal Quest For True Happiness, The Meaning Of Worship, Women And Their Status In Islam, The Forgotten Path Of Knowledge, Islam's Answer To The Challenge Of Communism, Kitabbut Tassawoef (Urdu), Zikre Habeeb and vele anderen.

Bezoek aan Suriname

In 1950 hebben de Moslims in Suriname de Moeballighe Azam als gast mogen ontvangen waarbij hij werd begeleid door zijn schoonzoon, de filosoof en Islamwetenschapper Hazrat Maulana Professor Fazlur Rahman Ansari Rahmatoellahi Alaih. Een gebeurtenis die zijn weerga niet kende.


De maulana zag de penibele situatie waarin de Surinaamse Moeslims waren komen te verkeren: geïsoleerd van de Islamitische wereld met weinig financiële middelen werden ze belaagd door de Qadiyani/Mirzai en christelijke zending en missie die gesteund werden door de koloniale mogendheden. De eerwaarde Maulana inspireerde de Moeslims om zich te bundelen en een Soennie associatie op te richten. Zijn letterlijke woorden waren:

YOU SHOULD UNITE AND ESTABLISH AN ASSOCIATION.


Het resultaat was dat de SMA, de Surinaamse Moeslim Associatie werd opgericht en dat een begin gemaakt werd met de bouw van het eerste authentieke Islamitisch Godshuis, de Djamè Masdjied Suriname aan de Kankantriestraat in Paramaribo.


Het bezoek van maar enkele dagen heeft zo een groot impact gehad op de Moslims dat gesteld kan worden dat het bewustwordingsproces van de Surinaamse Moslims hiermee is begonnen. De noodzaak om zich te organiseren en te verenigen en zich te ontplooien werd aangezet en benadrukt door de Moeballighe Azam.


Na het vertrek van de Maulana's bleef een van de moerieds van Moeballighe Azam, Maulvi Karamat Khan Rahman Khan, Rahmatoellahi Alaih, met hem corresponderen. Zo bleefde Moeballighe Azam op de hoogte van de ontwikkelingen in Suriname en kon hij zijn adviezen over vele zaken vanuit Karachi geven. Na het overlijden van Moeballighe Azam werd de correspondentie nu gevoerd met Hazrat Maulana FazlurRahman Ansari die met regelmaat Suriname bezocht. Hij verrichtte ook de opening van de nieuwbouw moskee van de SMA, de Djame Masdjied aan de Kankantriestraatin 1957.


De persoonlijke band van Maulvi Karamat Khan met zijn Pir (geesteljk leider) zette hij voort door brieven en attenties te sturen naar zijn Pirmaa, de echtgenote van Moeballighe Azam. De brieven werden beantwoord door een zoon van zijn Pir. Op zijn verzoek aan de zoon om wat meer te vertellen over zichzelf kwam Maulvi Karamat Khan te weten dat deze zoon een Aliem-e-Dien, dus ook Maulana was en dat hij in de voetsporen van zijn vader het missiewerk in gegaan was. Maulvi Karamat Khan ontving een boek met de rapportage van de missiereis naar deSovjet Unie in jaren 1956-1958 van Maulana Shah Ahmad Noorani Siddiqui Rahmatoellaahi alaih, want hij was het die de brieven had beantwoord namens zijn moeder. Bij het zien van de foto's in de Sovjetrapportage van de Maulana kregen de Moslims tranen in de ogen en verlangden ernaar hem te zien. Het bestuur van de SMA (Surinaamse Moslim Associatie) vroeg Maulvi Karamat Khan om de Maulana namens de Associatie uit te nodigen voor een bezoek aan Suriname.


In 1964 arriveerde de Maulana en verbleef niet minder dan drie maanden in Paramaribo met tussendoor bezoeken aan Nickerie, Brits Guyana en Trinidad. Het geluk van de Moslims in Suriname kon niet op. Van heinde en verre kwam men de toespraken tot laat in de avond bijwonen in de Kankantriestraat. De eenheid van de Moslimswerd versterkt, de liefde voor elkaar groeide en een ieder wou thuis mauloed sjarief houden. De band met Moeballighe Azam werd nu weer intens beleefd door de komst van zijn zoon de Qaid-e-Ahle Soennat Maulana Shah Ahmad Noorani. De zuiverheid in de beleving van de Islam kwam en velen keerden de mirzai/qadiani organisaties de rug toe om de Islam te accepteren.


In de jaren 1965-1987 is de Maulana diverse keren in Suriname geweest. Het laatste bezoek van Maulana Shah Ahmad Noorani was in 1987 voor de opening van de Khilafat Anjuman Moskee.


Het pionierswerk van Moeballighe Azam had de weg geplaveid voor zijn zoon Qaid-e-Ahle Soennat om de Ahle Soennat wa Djamaat in Suriname te grondvesten en het onderscheid te brengen in Moeslims en Non- Moeslims. Voor de vele Soennie Oelama die Suriname naderhand bezochten en nu nog bezoeken is het werk van Moeballighe Azam en Qaid-e-Ahle Soennat een wezenlijke erfenis waarop ze kunnen voortbouwen.

Beknopte opsomming van zijn missiewerk

In Indonesië stichtte Maulana Abdul Aleem Siddiqui Saheb in 1927 een grote vereniging onder de naam Djamiatull Mohammadija Djama. Eén der fundamentele doelstellingen was het bestrijden van de Ahmadi's en de bescherming van Moslims tegen de Christelijke zending en missie in deze regio. Voor Indiërs vestigde hij in de plaats Soerabaja een djamaat onder de naam British India Muslims Association.


In Mauritius behaalde de Maulana Saheb een grote overwinning op de Ahmadi's. Hier hadden de Ahmadi tot 1928-1929 hun invloed gevestigd. Hieraan kwam een eind toen de Maulana Saheb op Mauritius grond zijn voet zette. Na 1928-1929 was het gedaan met de Ahmadia Beweging. En veel Hindoes en Christenen gingen over tot de Islam. Een belangrijke Franse generaal Marwat genaamd behoorde tot deze bekeerlingen.


In Singapore richtte De Maulana Saheb in de jaren 1931/1934 het Islamitische Platform op. Deze organisatie gaf op zijn aanwijzingen het maandblad Real Islam in het Engels uit.


Bovendien kwam in dit land onder het gezag van de Maulana Saheb "The Genuine Islam" in het Engels uit. Verder heeft de Geestelijk leider een organisatie om meer begrip voor godsdiensten te ontwikkelen, die later de naam kreeg: Inter-Religious Organisation. Ter ere van de bundelende kracht van de Moeballighe Azam die taalgroepen, culturen en ras/etniciteit oversteeg bouwde men in Singapore de Abdul Aleem Siddiqui Mosque.


Ook Hong Kong werd door deze Islamgeleerde bezocht. De Maulana organiseerde een bijeenkomst van jonge Chinese studenten en nadat hij een adembenemende toespraak had gehouden waarin hij inging op de betekenis van een aantal Koranteksten onderbouwd door de daarbij behorende Hadies, kwam een groot aantal na de toespraak bij hem en bekeerden zich tot de Islam. Uit de bekeerlingen vormde zich een kleine groep die hij liet scholen en die hierna aan de Al Azhar Universiteit in Cairo mocht deelnemen aan de studie voor Maulana. Deze groep had eerder van de Maulana Saheb zelf onderricht gekregen.


Het belang van de Islam in kleine kring, alsook in internationaal verband hield de Maulana Saheb nauw in het oog. Immers richtte zijn streven zich op de verbetering van de positie van Moslims op alle de levensaspecten. Hij legde de nadruk op het feit dat er een samenhang in het leven bestaat tussen godsdienst, middel van bestaan, politiek enz. Op een voortreffelijke manier heeft de Maulana Saheb in toespraken alsook in zijn manier van handelen uiting gegeven aan het belang van deze grote harmonie en eenheid. De Moslims kunnen het werk dat hij doet niet los zien van de godsdienst die hij belijdt.


In 1926 werd de Maulana Sahib benoemd tot gezant van de Rabita Islamia Hind. In deze hoedanigheid voerde hij besprekingen met de Saoedie-Arabische regering waarbijaan de orde kwamen: betere verblijfplaatsen voor pelgrims, meer voorzieningen en het afschaffen van de zogenoemde heffingsbelastingen voor pelgrims. Tijdens deze besprekingen was het dat de Maulana Saheb een ontmoeting had met de koning Shah Abdoel Aziz Ibni Saoed die zijn eisen inwilligde. De uitvoering van de eisen betekende een grote vooruitgang voor het op Hadj gaan van vele volkeren. Daarom reageerde de Moslimwereld mondeling als in geschrift erg dankbaar naar de Maulana Saheb toe en werd zijn persoonlijkheid relevanter onder de moslimgemeenschap, en zijn positie steeg over de wereld. Zijn persoon was in staat de harten van meer mensen en belangrijke personen te bereiken.


In Birma wist De Maulana Saheb in korte tijd een groot project te realiseren: De Anjuman Nawjawanene Birma.


In Japan begon de Maulana Saheb in 1936 zijn missie. De resultaten blijven niet uit. Er wordt een moskee gebouwd in Tokio en Nogoyo en diverse Moslimorganisaties opgericht.


De missie leidde de Maulana Saheb van Japan naar Egypte. Hier was hij gast van de stichter van de organisatie Moslims Broeders de eerwaarde heer Hassan Banna. Gezamenlijk organiseren de eerwaarde heren verschillende activiteiten met name lezingen.


Op zijn tochten kwam de Maulana Saheb ook in Rome aan. Hier doet hij de paus een dringend voorstel om samen de strijd tegen het atheïsme aan te binden.


Van Rome doet de Maulana Saheb Duitsland aan en komt hierna aan in Nederland.


De missiereis brengt hem verder naar Amerika. Zijn aankomst in New York geschiedt enige jaren na de Eerste Wereldoorlog. Dit land ontwikkelt zich tot het machtigste land ter wereld. Mede door toedoen van Amerika werd het Ottomaanse rijk verslagen. De slavernij is pas enkele tientallen jaren eerder afgeschaft. Ondanks de vele obstakels lukt het de Maulana Saheb groot succes te boeken.


In Washington verzorgt hij een aantal lezingen, waarop acht Amerikanen overgaan tot de Islam. Er zullen er meer volgen. Hierna trekt de Maulana Saheb naar New York. In de City Hall komt de Maulana met een groots betoog waarin hij op een zeer heldere manier duidelijk maakt dat de Islam de wezenlijke godsdienst is. Hij onderstreepte het belang van de vreedzame Boodschap van de Heilige Profeet Mohammad, Sallallaahoe Alaihie Wa Sallam: Dat de Profeet in zijn Heilige missie nooit geweld hanteerde. In dit verband wees de Maulana Sahib op het levende voorbeeld van de Heilige Profeet Mohammad Sallallaahoe Alaihie Wa Sallam.


Na de toespraak van de Maulana Saheb komen ongeveer 200 Amerikanen spontaan naar de aanwezige Moslimgeestelijke om zich te bekeren tot de Islam. Deze groep behoort voornamelijk tot blanke Amerikanen. Ook de bekende wetenschapper Anton Bieuf en zijn echtgenote accepteren de Islam.


De Maulana Saheb reist verder in de Verenigde Staten en komt weer in Washington aan. De Allama had voor zijn vertrek naar deze stad nachten en dagen niet geslapen maar zich volledig ingezet voor zijn missie. Het reizen in deze tijd is niet comfortabel. En ook beschikt de Maulana Saheb niet over al te veel middelen. Immers, de Maulana Saheb was er niet op uit om politiek gewin noch was hij uit op geldelijk winstbejag. Het ging hem voornamelijk om de essentiële zaken die door Allah via zijn Geliefde Profeet Mohammad (Vrede en Zegeningen van Allah zij met hem) in het belang van de mensheid waren geschonken, naar plaatsen over te brengen waar deze nog niet in voldoende mate waren gehoord. Ook in Washington gaan in de kortste keer 36 professoren met hun gezin over tot de Islam.

Studenten van de Universiteit van Michigan vragen ondersteuning van van de Allama voor de organisatie die een maandblad wil uitgeven. Dit geschiedde nadat 1 leerling van deze Universiteit over gegaan was tot de Islam.

Tot op de dag van vandaag komt dit maandblad uit onder de naam "The world and Islamic u.s.a.".


Ook Canada viel de eer ten beurt om de Maulana Saheb te verwelkomen. Hij is gastspreker geweest op elf hoge scholen en gastcolleges op uitnodiging gegeven op verschillende Universiteiten. Veel aanhang kreeg hij in de grote Canadese industriestad Montreal.


Zuid Afrika mocht Maulana Saheb aandoen in 1935 alwaar hij weer verschillende interessante lezingen heeft gegeven die resulteerden in het motiveren van Moslims en niet Moslims. Hij sprak een menigte toe op de Universiteit in Witwatersrand, een groep die belangstelling toonde voor de Islam. Verder organiseerde de Moslim Organisatie Sandjabar Darul Ulum een bijeenkomst waaraande Maulana Saheb een bijzondere bijdrage leverde.

Madina, Djannatoel Baqie

Moeballiegh-e-Azam Maulana Muhammad Shah Abdul Aleem Siddiqui ging in op de leeftijd van 63 jaar weer op reis, deze keer was het zijn bedoeling om nadat hij alle delen van de wereld bezocht had, weer de gast te zijn van Allah, de Barmhartige.


De Maulana had Allah altijd al in zijn gebeden gesmeekt om in Madina te worden begraven, een wens die in vervulling ging na de Hadj, op de 22e van de Islamitische maand Ziel- Hiedjdjah. Zijn reisdoel naar zijn Geliefde Profeet (Vrede en Zegeningen van Allah zij met hem) en de Almachtige Allah had de Maulana bereikt. Op de begraafplaats Djannatoel Baqie in Madina in de nabijheid van de eerbiedwaardige Aisha Siddieqah (de Tevredenheid van Allah zij met haar) werd de Maulana begraven door Moslims die uit alle delen van de wereld voor de Hadj gekomen waren.